Het kentekenbewijs

Voor de jaren tachtig konden mensen auto’s kopen zonder een enkel bewijs te hebben dat het kenteken van de auto ook wat ze menen dat het is. Vanaf het jaar 1898 was dat veranderd. Er was een kentekenbewijs uitgekomen dat officieel op een papier stond waar alle gegevens van de eigenaar waren samen met de gegevens van de auto. Dit is op den duur ontwikkeld en vanaf het jaar 2014 is dit kentekenbewijs te verkrijgen op een pas die hetzelfde formaat heeft als een pinpas. Het allereerste kentekenbewijs wordt nu in een museum in Den Haag bewaard, aangezien het een speciaal stuk was voor het ontstaan van het kentekenbewijs dat we vandaag de dag kennen.

Auto verkopen

Wanneer men een auto wil verkopen kan dat tussen twee particulieren gebeuren en bij een RDW erkend servicepunt waar de medewerkers aan de balie het regelen. In dat geval zal de auto verkoper het kentekenbewijs en een aantal andere documenten mee moeten nemen om het overschrijven van de auto, de tenaamstelling, te kunnen voltooien. De koper zal dan alleen een legitimatie met zich mee moeten brengen aangezien hij of zij nog niks anders over de auto heeft. In het proces van de tenaamstelling worden de auto documenten van de oude eigenaar ongeldig gesteld en krijgt de koper nieuwe documenten en een unieke meldcode.

Voordelen kentekenkaart

Er zijn een aantal voordelen en nadelen gekoppeld aan het kentekenbewijs. Ten eerste, het is een kaart die makkelijk in een portemonnee past of die makkelijk te bewaren is in verschillende plekken. Hiernaast is het ook maar een kaart waar alles op staat en dat is ook gelijk het belangrijkste stuk om je auto te verkopen. Op het kentekenbewijs staat alle informatie van de auto op. Zo een kaart kost eenmalig rond de 32,60 euro en kan opnieuw aangevraagd worden als het kwijt wordt geraakt. Wanneer iemand zijn auto verkoopt wordt er een stuk van het kentekenbewijs geknipt zodat het niet meer bruikbaar is.